Moet het gebouw wind- en luchtdicht zijn tijdens de bouwdroging?

In het algemeen wordt aanbevolen een gebouw tijdens het drogen zo luchtdicht mogelijk te houden. Dit helpt om de hoeveelheid buitenlucht die het gebouw binnenkomt te beperken en helpt om de luchtvochtigheid binnen op een constant niveau te houden.

Tijdens de bouwdroging is het belangrijk om de vochtigheidsgraad in het gebouw onder controle te houden, zodat de materialen goed kunnen drogen. Als het gebouw niet luchtdicht is, kan buitenlucht binnenkomen en schommelingen in de vochtigheidsgraad veroorzaken, wat het droogproces kan vertragen of zelfs schade aan materialen kan veroorzaken.

Om het gebouw tijdens het drogen zo luchtdicht mogelijk te houden, kan het nodig zijn om kieren of openingen in de bouwschil, zoals rond ramen en deuren, af te dichten en plastic zeilen of andere tijdelijke barrières te gebruiken om tocht tegen te houden. Het is ook belangrijk om de vochtigheidsgraad in het gebouw te controleren en zo nodig aanpassingen te doen om ervoor te zorgen dat de materialen goed drogen.

In het algemeen kan het zo goed mogelijk wind- en luchtdicht houden van een gebouw tijdens het drogen helpen om ervoor te zorgen dat de materialen goed drogen en het gebouw zo snel mogelijk klaar is voor gebruik.

Het gebouw dient volledig wind -en luchtdicht te zijn om te voorkomen dat er vochtig buitenlucht naar binnen kan komen. Alle ramen, deuren en andere openingen moeten afgesloten zijn.